Waarom is een (Belgisch) adres ingewikkeld?

Version en français

By Raphael Loquellano

Vaak denken we dat we om een gebouw te lokaliseren (in België, maar onze buren ervaren een zeer gelijkaardige situatie) we een adres nodig hebben dat bestaat uit een straatnaam (die eindigt in het Nederlands met ‘…straat’, ‘…laan’, ‘…steenweg’, of die in het Frans begint met ‘Rue…’, ‘Avenue…’, ‘Chaussée…’, of een gelijkaardige prefix/suffix). Vervolgens komt er een nummer, even aan een kant van de straat, oneven aan de andere. Als we een gebouw zetten tussen ‘10’ en ‘12’, krijgt dit het nummer ‘10A’, en als nummer 10 een gebouw is met meerdere appartementen dan onderscheiden we ze met ‘10 bus 1’, ‘10 bus 2’, enz. (of 10/1, 10/2, enz.). We moeten ook een gemeente vermelden, samen met de postcode van 4 cijfers (5 in Frankrijk). Hiermee zou de postbode jouw brievenbus met gemak moeten vinden.

Hoewel dit inderdaad zo is voor de meeste adressen, is de realiteit spijtig genoeg vaak veel ingewikkelder. We hebben al meerdere keren vermeld dat databases informatie kunnen bevatten die niet overeenstemt met de werkelijkheid, wat geocodering kan bemoeilijken. In dit artikel tonen we aan dat de realiteit vaak in strijd is met het gezond verstand! En als een realiteit niet coherent is, dan bemoeilijkt dat duidelijk het gegevensbeheer ervan.

Er bestaan “Richtlijnen en aanbevelingen voor het vaststellen en toekennen van een adres (…)” (richtlijngids). Het probleem is dat deze niet altijd worden nageleefd. Bovendien werden de meeste straten en nummers toegekend voordat deze richtlijnen werden opgesteld.

Straatnamen

In Franstalig België dekken de 10 belangrijkste prefixen (in volgorde van voorkomen): Rue, Chemin, Avenue, Place, Clos, Route, Allée, Chaussée, Ruelle, Impasse) slechts 85% van de (62 000) straatnamen. In de overige 15% zien we enkele grote klassiekers (Drève: 0,4%, Boulevard: 0,3%, Square: 0,2%) maar ook talloze straatnamen die we moeilijk zouden kunnen onderscheiden van een plaatsnaam. Iets meer dan 2000 (3%) straatnamen bestaan uit een enkel woord (zoals “Dries” in Watermaal-Bosvoorde; niet te verwarren met de “Driesstraat” in Sint-Lambrechts-Woluwe); 1000 beginnen met een determinator (bijvoorbeeld “La Chapelle“, en niet een van de 160 “Rue” of “Avenue de la Chapelle”, of “La Chavée” in plaats van een van de 35 varianten van “Rue de la Chavée”). Deze laatste gevallen worden echter sterk afgeraden door artikel 8 §4 (“Straatnamen zonder type weg worden ten stelligste afgeraden”) van de hierboven vermelde richtlijn.

Aan de Nederlandstalige kant (Vlaanderen en Nederlandstalige straatnamen in Brussel) is de situatie vergelijkbaar: de top 10 suffixen (straat, laan, weg, dreef, plein, steenweg, baan, hof, veld, berg) vertegenwoordigen slechts 82% (88 000) van de straatnamen. We zien daarna een groot aantal namen met plaatsnamen (Dorp, Tuinwijk, Warande, enz.). We hebben 26 keer “Vogelzang” naast 35 keer “Vogelzangstraat” en andere “laan” of “dreef”. 

Een ding is zeker: de 581 Belgische gemeentes, die instaan voor de toekenning van de straatnamen, hebben verbeelding in overvloed! Om nog maar te zwijgen van de gemeenten die op het lumineuze idee zijn gekomen om kruisende straten bijzonder gelijkaardige namen te geven: in Bièvre kruist de “Rue de la Violette” de “Rue de la Volette”; in veel Vlaamse gemeenten kruist de “Berkenlaan” de “Beukenlaan”; in Raeren loopt de Burgstraße in het verlengde van de Bergstraße. En als we kijken naar straten die dicht bij elkaar liggen maar elkaar niet noodzakelijkerwijs kruisen, hebben we Ange/Angle (Charleroi), Carrière/Barrière (Serain), Ateliers/Bateliers (Châtelet), Beek/Beuk (Ternat), Hekel/Herel (Aalter), enz.
Schrijf dus netjes op je enveloppen – de postbode zal je dankbaar zijn! Het is geen verrassing meer als de bezorger (of nog erger, de ziekenwagen!) af en toe in de verkeerde straat aankomt…

De richtlijn over de toewijzing van adressen vraagt echter om  “straten met namen waarvan slechts één letter verschillend is” (8§5) te vermijden.

We zien zelfs een bijzonder interessante situatie: in Charleroi heeft de rechterkant van een straat (Rue de Monseau) niet dezelfde naam als de linkerkant (Rue des chèvres)! Hoewel er een beslissing is genomen om te standaardiseren, zal het zeker nog enkele maanden of jaren duren voordat de cartografische en officiële gegevens gealigneerd zijn.

Huisnummers

Helaas is er geen standaard voor het nummeren van huizen in een straat. Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen het nummer van het huis (in de richtlijn het “huisnummer” genoemd, dat meestal verwijst naar de ingang van het gebouw) en het “busnummer” (dat verwijst naar de verdieping, vleugel, blok, enz.). Als een adres een “5A” bevat, is het niet mogelijk, tenzij je ter plaatse bent of de plaats kent, om te weten of het een huis is dat naast 5 is gebouwd (in welk geval, nummer = 5A), of appartement A van nummer 5 (nummer = 5, bus = A). Hetzelfde geldt voor 5/1. Met andere woorden, we weten niet of het 5, 5A of 5/1 is dat de ingang van het gebouw aanduidt. Er zijn veel situaties waarin een ommuurde ruimte is gebouwd in plaats van een huis. Hoe de nieuwe huizen worden genummerd hangt af van de welwillendheid en verbeeldingskracht van de gemeente: :

  • Op Clos du Manoir 13, in Limal, hebben de nieuwe huizen de nummers 13/1, 13/2, …, 13/17.  Er is geen busnummer, de “/x” maakt integraal deel uit van het nummer en niet van de bus.
  • Het nummer 1517 van de Waversesteenweg in Ouderghem koos voor letters: 1517A, 1517B…, tot 1517P
  • Op Dieweg nummer 54 besloot Ukkel dat de ongeveer twintig nieuwe woningen hetzelfde huisnummer zouden krijgen, maar een busnummer tussen 1 en 20.

Merk op dat de verdeling nummer/bus die hier wordt gepresenteerd die is van BeSt Address, die de officiële informatie van de gemeenten samenbrengt (hoewel niet vrij van kwaliteitsproblemen, daar komen we in een later artikel op terug). Ze komt echter niet altijd overeen met de verdeling die wordt aangegeven door geocoders zoals OpenStreetMap, Here WeGo of Google Maps.

Maar daar houdt het gebrek aan samenhang niet op: naast nummer 10 vind je 10 A, 10/2, maar ook 10 bis. En als je 10 samenvoegt met zijn buurman 12, wordt het geheel vaak 10/12 (of 10-12) genoemd.

Het is dus niet in alle gevallen mogelijk om een ongestructureerd (of slecht gestructureerd) adres correct op te splitsen (of te parsen) in “nummer” en “bus”, tenzij je de juiste indeling van elk adres kent.

In de gegevens van BeSt Address, kunnen we het formaat van huisnummers bekijken door het ‘masker’ te bestuderen, dat bestaat uit het vervangen van elke reeks cijfers door een 0, en elke letter door een A. Het “0”-masker (1, 12, 1977, …) dekt 92,6% van de adressen en “0A” (1A, 5B, 23C …) 7%. In Brussel en Vlaanderen zijn er 5 verschillende maskers. Voor Wallonië … 73! Het is echter een veilige gok dat dit in veel gevallen ligt aan problemen met de gegevenskwaliteit.

Het gebrek aan uniformiteit in de busnummers is nog erger: er zijn meer dan 400 verschillende formaten! Waaronder 17 000 busnummers die uit een letter bestaan, moeilijk te onderscheiden van de hierboven genoemde huisnummers in het “0A”-formaat.

Volgens de richtlijn (16§4) moet een nummeruitbreiding in theorie worden aangeduid met een hoofdletter direct na het nummer (10A, niet 10/2, 10 bis of 10 A) en moet een busnummer numeriek zijn (19§6 en §7). Maar dit wordt duidelijk niet gevolgd door de feiten. We merken dat 99,6% van de BeSt Address huisnummers compatibel zijn met deze richtlijnen, maar slechts 69,8% van de busnummers.

Afgezien van het naamgevingsaspect is de plaatsing van nummers niet altijd consistent. Hoewel even nummers vaak aan de ene kant van de straat staan en oneven nummers aan de andere kant, lopen ze niet altijd allebei in dezelfde richting op.

De rue François Michoel in Jalhay heeft bijvoorbeeld alleen even nummers, met oplopende nummers aan de ene kant en aflopende nummers aan de andere kant (zie bovenstaande figuur, waar de blauwe lijn de nummers in oplopende volgorde volgt. Gebaseerd op gegevens van Best Address, met OpenStreetMap als achtergrondkaart). Deze lay-out is ook te vinden in bepaalde afgesloten gebieden, zoals de drève de Trévires in Waver of de Henri Wautierlaan in Saintes.

We kunnen ook het Dennenhof te Tessenderlo vermelden, een straat die bestaat uit verschillende ‘sectoren’, waaronder een met de nummers 2, 4, 6, …, en een andere met 2A, 4A, 6A, 8A … 8A ligt dus niet tussen de nummers 8 en 10, maar tussen de nummers 6A en 8A (idem voor de Begijnenwinning in dezelfde gemeente). 

De situatie in woningen met chalets of caravans is nog complexer: in het Tulderbos (Ravels), lijken de nummers volledig willekeurig te zijn getrokken (zie hiernaast) … arme postbode!

Postcode en gemeente

Zoals in een vorig artikel is beschreven, bestaat België op het moment van schrijven uit 581 gemeenten, die elk bestaan uit een of meer deelgemeenten. Elke deelgemeente heeft zijn eigen postcode, maar deze kan hetzelfde zijn voor elke deelgemeente van dezelfde gemeente, verschillend voor elke deelgemeente, of een mengeling van de twee.  Een postcode kan dus worden toegewezen aan een gemeente of aan haar deelgemeenten.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft echter enkele afwijkingen. Het bestaat uit 19 gemeenten, waarvan er 18 geen deelgemeenten hebben en één (Brussel-Stad) die er 4 heeft (Brussel, Laken, Haren en Neder-over-Hembeek). In de praktijk wordt de gemeente Sint-Gillis echter zowel “1060 Sint-Gillis” als “1060 Brussel” genoemd, net als alle andere Brusselse gemeenten. In geen enkele andere regio van België wordt een gemeente aangeduid met haar provincie of arrondissement. Elders wordt een gemeente aangeduid door de postcode te combineren met de naam van de deelgemeente (1301 Bierges) of met de naam van de gemeente (1301 Wavre).

Bovendien heeft de gemeente Brussel-Stad (of de Stad Brussel) in de loop van de 19e eeuw een aantal gebieden van naburige gemeenten geabsorbeerd, die daardoor onder het gezag van de Stad Brussel kwamen te vallen, maar waarvan de postcode die van de oorspronkelijke gemeente bleef. Zo valt het grootste deel van het gebied dat onder de Stad Brussel valt onder de postcodes 1000 (in het blauw op de kaart), 1020, 1120 en 1130 (de 4 deelgemeenten), een deel onder 1040 (Europese wijk, in het groen) en een deel onder 1050 (Louizalaan en Franklin Rooseveltlaan, in het grijs). Etterbeek bezit dus niet heel 1040 (alleen het bruine deel), en Elsene beheert niet heel 1050 (alleen het turkooizen deel, in twee gedeeld door de Louizalaan).

Conclusie

Smals Research besteedt veel tijd aan het bewustmaken van de complexiteit van het relevant houden van gegevens voor de echte wereld, zowel op deze blog als in onze projecten en opdrachten. In dit artikel illustreren we dat de werkelijkheid soms fundamenteel gecompliceerd is door het feit dat de nomenclatuur (namen van gemeenten, straten, toewijzing van nummers) wordt overgelaten aan de vrijheid van elke gemeente, met weinig beperkingen. Dit leidt tot de hier beschreven inconsistenties. Als je daar historische ontwikkelingen bij optelt, is het gemakkelijk om de brandweer naar het verkeerde adres te sturen!


Deze post is een individuele bijdrage van Vandy Berten, gespecialiseerd in data science bij Smals Research. Dit artikel is geschreven onder zijn eigen naam en weerspiegelt op geen enkele wijze de standpunten van Smals.

This entry was posted in [NL], Info management and tagged , by Vandy Berten. Bookmark the permalink.
avatar

About Vandy Berten

Consultant Recherche chez Smals depuis mai 2013. Vandy était auparavant Professeur Assistant à l'ULB, où il enseignait les langages de programmation. Il a obtenu une thèse de doctorat dans la même institution en 2007. Depuis quelques années, il s'est spécialisé dans les techniques de Data Science, incluant le "(social) network analytics", le "data quality", le "GIS analytics", le "machine learning", en particulier dans le domaine de la détection de la fraude.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *